Trek in zoet? Stop ermee!

Hardlopers zijn doodlopers, schreeuwde die gast die ik net gepasseerd was en die mij nu honend inhaalde. Die gast was een jongen uit mijn klas toen ik een jaar of 15 was.

En hij mocht me niet. Geen idee waarom maar we hadden geen klik. Laten we het daar maar op houden.

Hij vond het uitermate leuk dat ik op zo’n zeven kilometer van huis ineens een lekke band had. En dus nog wel even onderweg zou zijn. Zware boekentas achterop en nog een gymtas op mijn rug. Het werd een moeizame wandeling.

Ik weet het nog als de dag van gisteren. Ik zie zelfs nog voor me hoe hij omkeek en nog een keer iets riep wat ik niet ga herhalen. Hoe wreed kunnen mensen zijn tegen elkaar.

En waarom? Eerlijk gezegd begrijp ik dat ruim 30 jaar later nog steeds niet.

Maar goed, deze jongen maakte een ogenschijnlijk rottige opmerking waar ik nu natuurlijk om kan lachen. Toen vond ik het niet leuk. En dat is zacht uitgedrukt. Wat deed ik dan verkeerd? Ja, ik was hem voorbij gefietst even daarvoor.

Egodingetje misschien?

Hoe dan ook voelde ik me vreselijk alleen en in de steek gelaten. Ik was toen nogal gevoelig voor dat soort kwetsingen. Dus mijn onbewuste kreeg het signaal: dit voelt niet oké.

Dat werd dus verdedigen. Nog meer terugtrekken. Nog meer proberen het allemaal goed te doen. Zelfs de volgende keer maar langzamer fietsen om hem vooral maar niet in te hoeven halen.

Als ik er nu aan terugdenk, is dat gewoon idioot natuurlijk. Maar ik deed het wel.

Eenmaal thuisgekomen ging ik helemaal los op de zak Marsen. Ik begon er met eentje, toen nog eentje. En als ik die zak nu maar een beetje verfrommelde dan zou niemand die derde missen toch? De grap is dat ik bijna die hele zak heb leeggegeten.

En ik had mezelf nog wijsgemaakt dat niemand dat zou merken.

Dat was niet de eerste keer dat ik losging met snoep. Ik denk dat mijn moeder toch echt gedacht moet hebben waar de inhoud van die zak telkens bleef. Ze stelde er nooit vragen over. Maar er was wel altijd een nieuwe voorraad.

En zo at ik uitermate slecht. Want door al die zoetigheid hoefde ik ’s-avonds geen eten. Zo krijg je niet bepaald de juiste voedingsstoffen binnen natuurlijk.

Maar ja, de emoties speelden een grote rol bij mijn snoepgedrag en ook mijn verkeerde voedingsgewoontes.

Gelukkig heb ik dat op weten te lossen. En ik schrijf dit niet voor niets, want jij kan dat ook.

Tussendoor snoepen en snacken gebeurt vrijwel altijd vanuit een emotie. Misschien niet een duidelijk herkenbare. Het lijkt een gewoonte. Maar als je het out of the blue niet meer doet, dan mis je iets en dat voel je wel.

Daar heb je geen last van als je hypnose inzet om die snoepbehoefte te temmen. Dan wordt het heel vanzelfsprekend dat je er geen behoefte aan hebt. Dan voel je ook geen gemis.

Dat is wel zo fijn natuurlijk, want zo wordt het heel makkelijk om van al die zoetigheid af te blijven.

Wil je vandaag nog beginnen? Klik door naar de volgende pagina en laat die trek in zoet verdwijnen.